ALGEMENE BERGINGS- EN VERVOERCONDITIES
GESTRANDE VOERTUIGEN
(ABVV).
Artikel 1
Definities
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1. AVC: De Algemene Vervoercondities 2002, zoals laatstelijk vastgesteld door sVa / Stichting
Vervoeradres en gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam en
Rotterdam.
2. ABVV: De Algemene Berging- en Vervoercondities Gestrande Voertuigen, zoals laatstelijk
vastgesteld door sVa/ Stichting Vervoeradres en gedeponeerd ter griffie van de
Arrondissementsrechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
3. Voertuig: Een vervoermiddel op twee of meer wielen, alsmede de aanwezige accessoires, bagage
en lading.
4. Accessoires: Uitrustingsstukken behorende bij het voertuig.
5. Bagage: Alle zich in en op het voertuig bevindende persoonlijke bezittingen van de chauffeur en
zijn mede-inzittenden.
6. Lading: Alle zich in en op het voertuig bevindende goederen, niet zijnde bagage.
7. Berging: De werkzaamheden die bij stranding van een voertuig worden verricht, anders dan
herstel van een defect aan dat voertuig, dienende tot opheffing van die stranding. Een berging
eindigt hetzij door plaatsing van het voertuig op de laadvloer van een transportmiddel, hetzij bij
aflevering van het voertuig op een eindbestemming.
8. Transportmiddel: Een voertuig speciaal ingericht voor het vervoer van gestrande voertuigen over
de weg.
9. Opdrachtgever: De contractuele wederpartij van de berger.
10. Berger: Degene, die zich jegens zijn opdrachtgever heeft verbonden tot het bergen al dan niet
gevolgd door het vervoeren van het voertuig.
11. Geadresseerde: Degene, aan wie de berger het voertuig krachtens de met de opdrachtgever
Gesloten overeenkomst dient uit te leveren.
12. Inontvangstneming ten vervoer: Het moment waarop de berger het voertuig heeft geladen op de
laadvloer van het transportmiddel.
13. Aflevering: Het moment waarop de geadresseerde het voertuig met de vrachtbrief heeft
aanvaard.
14. Vervoerdersovermacht: Omstandigheden, voor zover een zorgvuldig vervoerder deze niet heeft
kunnen vermijden en voor zover zulk een vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft kunnen
verhinderen.
15. Oorlogsrisico:
– oorlog en op oorlog gelijkende handelingen, burgeroorlog, revolutie en opstand,
– uitwerking van daaruit achtergebleven torpedo’s, mijnen, bommen en dergelijke
oorlogswerktuigen, ook indien de schade in vredestijd is ontstaan,
– neming en aanhouding op last van hogerhand.
16. Stakersrisico:
– gewelddaden gepleegd in verband met staking, uitsluiting van werknemers en arbeidsonlusten,
– gewelddaden gepleegd uit politieke overwegingen,
– oproer, opstootjes en plaatselijke ongeregeldheden, een en ander voor zover niet vallende onder
oorlogsrisico.
17. Vrachtbrief:
Een door sVa / Stichting Vervoeradres uitgegeven document, speciaal ingericht ten behoeve van het
bergen en vervoeren van het gestrande voertuig.
Artikel 2
Werkingssfeer
1. Op het binnenlands bergen en vervoeren van voertuigen zijn naast de ABVV de AVC van
toepassing, voor zover daarvan in de ABVV niet wordt afgeweken.
2. Op het vervoer van personen en de met hen reizende bagage is van toepassing: Boek 8 Titel 13
Afdeling 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 3
Verplichtingen van de opdrachtgever
De opdrachtgever is verplicht:
1. Er voor zorg te dragen dat de berger vroegtijdig in het bezit is van alle voor het vervoer en/of de
berging van belang zijnde gegevens.
2. In afwijking van artikel 4 lid 3 AVC in te staan voor de betaling van de aan de berger toekomende
vergoedingen, voortvloeiende uit de aan hem verstrekte opdracht.
Artikel 4
Verplichtingen van de berger
1. Op basis van de ABVV een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten, dit mede ten behoeve van
de opdrachtgever of degene die het geheel of ten dele moge aangaan en deze op diens verzoek in
het bezit te stellen van het bewijs van het bestaan daarvan.
2. Het ten vervoer en/of berging aangeboden voertuig op de overeengekomen plaats, tijd en wijze in
ontvangst te nemen.
3. Op grond van de ontvangen gegevens overeenkomstig artikel 3 lid 1, het juiste materiaal in te
zetten.
4. Voor de aanvang van de berging, doch in ieder geval voor de inontvangstneming ten vervoer, de
vrachtbrief op te maken en hierop de eventuele bemerkingen omtrent de uiterlijke staat van het
voertuig te vermelden.
5. Na het opmaken van de vrachtbrief deze te ondertekenen en het bewijs van ontvangst te doen
toekomen aan de opdrachtgever.
6. In geval van vervoer het voertuig te laden en te lossen.
Artikel 5
Gevolgen van niet-nakoming van de verplichtingen door de berger
1. Indien de berger niet voldoet aan zijn verplichtingen genoemd onder artikel 4 de leden 1, 2 en 3
kan de opdrachtgever de overeenkomst met betrekking tot dat voertuig opzeggen.
2. Na opzegging is de berger verplicht de opdrachtgever de extra kosten te vergoeden, die deze
bewijst door de opzegging te hebben gemaakt. Deze vergoeding beloopt echter niet meer dan het
bedrag dat door de opdrachtgever verschuldigd zou zijn indien geen opzegging zou hebben
plaatsgevonden.
Artikel 6
De opdracht
Alle, buiten de oorspronkelijke opdracht vallende, noodzakelijke handelingen van de berger zullen
Worden aangemerkt als een aanvullende opdracht, tenzij voor aanvang van die noodzakelijke
handelingen de mogelijkheid bestaat in overleg te treden met de opdrachtgever.
Artikel 7
De aansprakelijkheid van de berger ten gevolge van schade ontstaan tijdens het bergen
1. De berger is aansprakelijk voor de schade aan het voertuig ontstaan tijdens het bergen, tenzij hij
en zijn ondergeschikten redelijke zorg hebben betracht.
2. Wanneer de berger aantoont dat, gelet op de omstandigheden van het geval, de schade het gevolg
heeft kunnen zijn van de bijzondere risico’s verbonden aan de berging van het voertuig, wordt
vermoed dat de berger en zijn ondergeschikten redelijke zorg hebben betracht.
3. Wanneer ingevolge de bepalingen van de ABVV de berger aansprakelijk is voor schade kan de door
hem verschuldigde schadevergoeding niet meer bedragen dan:
a) voor schade aan het voertuig exclusief bagage en lading: drieëntwintigduizend euro;
b) voor schade aan de bagage: duizend euro;
c) voor schade aan de lading: € 3,40 per kilogram.
4. De berger is nimmer aansprakelijk voor enigerlei schade anders dan in deze voorwaarden is
voorzien.
5. De opdrachtgever vrijwaart de berger voor schade, toegebracht aan derden alsmede aan het
milieu, tijdens het bergen van het voertuig tenzij de opdrachtgever schuld van de berger bewijst.
Artikel 8
De aansprakelijkheid van de berger ten gevolge van schade ontstaan tijdens het vervoeren
1. De berger is aansprakelijk voor de schade aan het voertuig, exclusief lading en bagage, ontstaan
tussen het moment van inontvangstneming ten vervoer en het moment van aflevering. Een beroep
op vervoerdersovermacht komt hem alsdan niet toe.
2. In afwijking van het in artikel 8 lid 1 bepaalde is de berger niet aansprakelijk voor schade:
a) ten gevolge van oorlogsrisico;
b) ten gevolge van stakersrisico;
c) in geval van insolvabiliteit van de verzekeraar als bedoeld in artikel 4 lid 1.
3. De berger is aansprakelijk voor schade aan de zich in en op het voertuig bevindende lading en
bagage, ontstaan tussen het moment van inontvangstneming ten vervoer en het moment van
aflevering. Deze aansprakelijkheid zal worden vastgesteld overeenkomstig de AVC.
4. In afwijking van het in artikel 8 lid 3 bepaalde is de berger niet aansprakelijk voor schade aan of
verlies van bankpapier, munten en penningen, geldwaardig papier, edele metalen, edelgesteenten,
parels, documenten, camera’s en postzegelverzamelingen.
5. Wanneer ingevolge de bepalingen van de ABVV de berger aansprakelijk is voor schade kan de door
hem verschuldigde schadevergoeding niet meer bedragen dan:
a) voor schade aan het voertuig exclusief bagage en lading: drieëntwintigduizend euro.;
b) voor schade aan de bagage: duizend euro;
c) voor schade aan de lading: € 3,40 per kilogram.
6. De eventuele aansprakelijkheid van de berger voor schade, veroorzaakt door dood of letsel van
personen, alsmede schade aan de met die personen mee-reizende bagage zal worden vastgesteld
overeenkomstig de in artikel 2 lid 2 genoemde wet.
7. De berger is nimmer aansprakelijk voor enigerlei schade anders dan in deze voorwaarden is
voorzien. van deze voorwaarden vermeerdert de aansprakelijkheid van de berger ten opzichte van
zijn aansprakelijkheid neergelegd in Artikel 8: 1095 Burgerlijk Wetboek. Op grond van artikel 8: 1102
Burgerlijk
TOELICHTING
Artikel 8
Wetboek is deze vermeerdering van aansprakelijkheid nietig tenzij artikel 8 van deze voorwaarden in
een afzonderlijk geschrift, dat de vervoerovereenkomst bevat, wordt vastgelegd. Dat afzonderlijk
geschrift bij uitstek is de vrachtbrief. Op de vrachtbrief is, naast de verwijzingsclausule naar deze
voorwaarden, de tekst van artikel 8 letterlijk overgenomen.
Artikel 9
Verplichtingen van de geadresseerde
De geadresseerde is verplicht:
1. De berger een efficiënte aflevering van het voertuig mogelijk te maken en desgevraagd
behulpzaam te zijn bij het lossen van dat voertuig.
2. Voor de aflevering door de berger de uiterlijke staat van het voertuig aan een controle te
onderwerpen, de aanwezigheid van de opgegeven accessoires, bagage en lading te controleren en
eventuele bemerkingen op de vrachtbrief te vermelden, alsmede de vrachtbrief te ondertekenen.
Deze controle beperkt zich tot het vaststellen van met het oog duidelijk waarneembare schade.
Indien geen controle mogelijk is, dient de geadresseerde de reden(en) daarvan op de vrachtbrief aan
te tekenen.
Artikel 10
Gevolgen van niet-nakoming van de verplichtingen door de geadresseerde
1. Indien de geadresseerde na kennisgeving van aankomst van het voertuig niet opkomt, indien hij
het in ontvangst nemen niet aanvangt, indien hij dit niet regelmatig en met bekwame spoed
voortzet, indien hij weigert het voertuig aan te nemen of voor ontvangst te tekenen, kan het voertuig
door de berger zonder dat enige rechterlijke machtiging is vereist, voor rekening en gevaar van de
opdrachtgever op de door de berger met inachtneming van redelijke zorg te bepalen wijze en plaats
worden opgeslagen – zo nodig ook op het vervoermiddel waarop het voertuig werd vervoerd –
gestald of geparkeerd; de berger is verplicht de opdrachtgever op de hoogte te stellen.
2. De berger kan met inachtneming van artikel 10 lid 1 ook tot opslag of stalling overgaan, indien het
stellen van zekerheid als bedoeld in artikel 23 AVC wordt geweigerd, of indien geschil ontstaat
omtrent het bedrag of de aard van de te stellen zekerheid.
3. Behalve in geval van beslag kan het voertuig, na verloop van één week na de aangetekende
verzending aan de opdrachtgever van een schriftelijke kennisgeving van de voorgenomen verkoop,
door de berger voor rekening van de opdrachtgever publiek of onderhands worden verkocht, zonder
dat verder het in acht nemen van enige formaliteit nodig zal zijn.
4. De berger houdt de opbrengst van het verkochte voertuig, na aftrek van de aan de berger in
verband daarmede toekomende commissie en van al hetgeen dat ter zake van het verkochte aan de
berger toekomt, zowel voorvracht als voor kosten van berging, opslag of stalling als voor andere
kosten en schaden, gedurende zes maanden na de opdracht tot berging en/of vervoer ter
beschikking van de opdrachtgever, na verloop van welke termijn hij het ter beschikking gehouden
bedrag onder gerechtelijke bewaring zal stellen.
Artikel 11
Zekerheden
1. De berger heeft jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht op zaken en
documenten, die hij in verband met de bergings- en/of vervoerovereenkomst onder zich heeft. Dit
recht komt hem niet toe indien hij op het tijdstip dat hij de opdracht tot berging en/of vervoer
ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid van de opdrachtgever zulk een opdracht te
geven.
2. Tegenover de opdrachtgever kan de berger het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen
hem nog verschuldigd is in verband met voorgaande bergings- en/of vervoerovereenkomsten.
3. Tegenover de geadresseerde, die in die hoedanigheid tot voorgaande bergings- en/of vervoer
overeenkomsten toetrad, kan de berger het retentierecht eveneens uitoefenen voor hetgeen hem
nog verschuldigd is in verband met die overeenkomsten.
4. Indien bij de afrekening geschil ontstaat over het verschuldigde bedrag of ter bepaling daarvan een
niet spoedig uit te voeren berekening nodig is, is hij die aflevering vordert, verplicht het gedeelte
over welks verschuldigdheidpartijen het eens zijn, terstond te voldoen en voor de betaling van het
door hem betwiste gedeelte of van het gedeelte, waarvan het bedrag nog niet vaststaat, zekerheid te
stellen.
5. Alle zaken, documenten en gelden, die de berger in verband met de bergings- en/of
vervoerovereenkomst onder zich heeft, strekken hem tot pand voor alle vorderingen, die hij ten laste
van de opdrachtgever heeft.
6. Behoudens in de gevallen waarin de opdrachtgever in staat van faillissement verkeert, hem
surséance van betaling is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen van toepassing is verklaard, heeft de berger nimmer het recht de verpande zaken te
verkopen zonder toestemming van de rechter overeenkomstig art. 3:248 lid 2 BW.
Artikel 12
Betalingsvoorwaarden
1. Indien de vracht, het uit anderen hoofde ter zake van de berging en/of het vervoer verschuldigde
of verder op het voertuig drukkende kosten op het in artikel 7 lid 1 AVC bedoelde tijdstip niet zijn
voldaan, is de geen, die gehouden is tot betaling, verplicht daarover de wettelijke rente te betalen op
voet van artikel 6:119 BW met ingang van de dag, waarop deze betalingen hadden moeten
geschieden tot en met de dag der betaling.
2. De volle vracht, het uit anderen hoofde ter zake van de berging en/of het vervoer verschuldigde of
verder op het voertuig drukkende kosten zijn ook verschuldigd indien het voertuig niet, slechts ten
dele of beschadigd ter bestemming wordt afgeleverd.
3. Beroep op verrekening van vorderingen tot betaling van vracht, het uit anderen hoofde ter zake
van de bergingen/of het vervoer verschuldigde of verder op het voertuig drukkende kosten met
vorderingen uit anderen hoofde is niet toegestaan.
4. De berger is gerechtigd om alle noodzakelijk gemaakte buitengerechtelijke en gerechtelijke kosten
ter incasso van de vracht en andere bedragen, zoals genoemd in artikel 12 lid 1, aan degene, die
gehouden is tot betaling van de vracht of andere kosten, in rekening te brengen. De
buitengerechtelijke incassokosten zijn verschuldigd vanaf het moment dat de debiteur in verzuim is
èn de vordering ter incasso uit handen is gegeven.
Artikel 13
Bewijs en verjaring
1. Uit het ontbreken van een aantekening betreffende de uiterlijke staat van het voertuig
overeenkomstig artikel 4lid 4, mag niet worden aangenomen dat het voertuig zich bij de aanvang van
de berging in uiterlijke goede staat bevond, en de berger het voertuig in uiterlijk goede staat ten
vervoer heeft ontvangen.
2. Indien het voertuig met uiterlijk zichtbare schade door de berger wordt afgeleverd zonder dat de
geadresseerde bij of dadelijk na aanneming van het voertuig een schriftelijk voorbehoud, waarin de
algemene aard van de schade is aangegeven, ter kennis van de berger heeft gebracht, dan wordt de
berger geacht het voertuig in dezelfde staat te hebben afgeleverd als waarin hij het heeft ontvangen.
Schade aan de onderzijde van het voertuig wordt geacht niet uiterlijk waarneembaar te zijn.
3. Indien de schade niet uiterlijk waarneembaar is en de geadresseerde niet binnen drie werkdagen
na aanneming van het voertuig een schriftelijk voorbehoud, waarin de algemene aard van de schade
is aangegeven, ter kennis van de berger heeft gebracht, wordt de berger eveneens geacht het
voertuig in dezelfde staat te hebben afgeleverd als waarin hij het heeft ontvangen.
4. Alle vorderingen uit hoofde van deze overeenkomst, met uitzondering van die voortvloeiende uit
artikel 7, verjaren met de tijd van twaalf maanden, te rekenen met de aanvang van de dag, volgende
op de dag, waarop het voertuig werd afgeleverd of had moeten zijn afgeleverd.
5. De vorderingen uit hoofde van artikel 7 verjaren met de tijd van 6 maanden, te rekenen van de dag
waarop het voertuig werd afgeleverd of had moeten zijn afgeleverd.
Artikel 14
Arbitrage
Alle geschillen die tussen partijen ontstaan met betrekking tot de onderhavige overeenkomstkunnen
worden beslecht overeenkomstig het Reglement van de Stichting Arbitrage voor Logistiek, gevestigd
te ’s- Gravenhage.